Briefwisseling 1 van Kaatje Troostwijk vanuit Brussel met mijn ouders in Zwitserland 17 maart 1943

Brussel 17/3-43

Brussel 17/3-43

Lieve allen,

Nu zal ik jullie eens een paar woorden schrijven. We waren erg blij te hooren dat bij jullie alles goed is en dat Piet en gezin nu bij jullie inwoont. Wat ons betreft gaat het ons gelukkig goed nu de vakanties voorbij zijn gaat alles weer zijn gewoone gang. We wonen prettig met ons vijven en de kinderen gaan weer geregeld naar school. Ze leren goed. Met tante Nel gaat het wel aardig goed. Ze is nog in het ziekenhuis. Toevallig hebben we deze week niets van haar gehoord, anders brengt een vriend ons iedere week een brief over haar geschreven door  tante Greet of Bullij. De zaak waar Piet Lut gewerkt heeft is voor enige weken geliquideerd tot zelfs de directeuren hebben hun conge gekregen, erg hé zoo’n groot bedrijf mijn zwager Leo en Pigolman zijn ook de dupe geworden. Hoe vinden jullie het dat Annie over enkele weken haar 2de baby verwacht, terwijl hun eerste nog zo klein is, en ze het al zoo slecht hebben. We hebben veel verdriet van hun en zijn zoo bang dat het mis zal gaan. Wel es waar wonen ze nog in het zelfde huis. Betsie is bij de waschpennen??. Nader bericht hebben we nog niet van haar. Pol is zenuwziek en hooren we weinig van hem. Van Wessel hadden we enige dagen geleden een brief, hij schreef ook dat tante N goed was. Jimme komt nog steeds bij N. Bernard en ook Thirion bespreken we dikwijls. Wat horen jullie van Ivor zijn kind. Spreken jullie Tesor wel eens. Schrijf eens uitvoeriger. Ik eindig, groeten van allen Kaatje. Mies is het ons er wel voor.

Afzender: E. v Waes

Rue Parma Gallies 94 Bruxelles

Aan: S. Troostwijk Hotel Beau Site, Clarens Montreux, Suisse

Mijn commentaar:

De briefkaart is aan mijn vader. De S staat voor Sander. Oom Sam was nog in Nederland begin 1943.  Niet duidelijk is wie ( Piet) nu bij mijn ouders inwoont.

Ons vijven zijn dus Kaatje, Zadok, Marianne, Sari en Marcus Walg. Het lijkt me niet logisch dat de kinderen naar school gaan.

Hier gaat het met Tante Nel nog goed. Ik denk dat Nel mijn oma Saartje is. Opa wordt medio 1943 opgepakt en oma was waarschijnlijk in het ziekenhuis. Blijkbaar kregen ze dus wel bericht uit Nederland.

Hier wordt wel gesproken dat Annie in verwachting is van Ivor. “Dat ze het zo slecht hebben” . Zal wel betekenen dat ze op de vlucht zijn. Ze zijn dus erg bezorgd over Bram en Annie.

Over Betsy bedoelen ze waarschijnlijk dat die bij de buren ondergedoken is.

Pol en Eef zegt me niets. Dat zelfde geldt voor Bernrd en Thirion, die in de volgende briefkaarten weer terugkomen.

Jimme is volgens mij de schuilnaam van Zadok. Er wordt namelijk ondertekent op de andere kaarten door Kaatje en of Jimme.

Het verzoek om terug te schrijven betekent dat ze in Zwitserland wel wisten waar ze in Brussel ondergedoken zaten.

“Mies is het ons er wel voor” Betekent dat ze wel in hun rats zaten

De afzenden is dus niet Kaatje maar een fingeerde naam E v Waes.

Ook het adres Rue Parma Gallies, zal je niet in Brussel vinden. Gallies betekent dat ze er genoeg van hadden.